Een BV heeft aan de directeur groot aandeelhouder (DGA) een lening verstrekt voor de financiering van zijn eigen woning. Hij lost tussentijds een deel af, en betaalt conform de leningsovereenkomst ruim € 34.000 boeterente aan zijn BV. De Belastingdienst schrapt de aftrek van de boeterente in de aangifte inkomstenbelasting. Terecht?

Beoordeling door de rechter
Boeterente is de reële vergoeding die de geldverstrekker in rekening brengt en die bestaat uit het renteverlies dat de geldverstrekker lijdt over de nog resterende rentevasteperiode bij het (gedeeltelijk) aflossen, wijzigen of oversluiten van een lening die behoort tot de eigenwoningschuld. Boeterente wordt fiscaal aangemerkt als rente van schulden.

In dit geval was het op grond van de leningsovereenkomst voor de DGA mogelijk het rentepercentage en de rentevasteperiode van de lening aan te passen en deze lening, indien gewenst, boetevrij af te lossen. Dat de BV voorwaarden kon stellen aan aanpassing van het rentepercentage en de rentevasteperiode doet niet ter zake aangezien de DGA behalve schuldenaar ook enig aandeelhouder en bestuurder is van de BV en hij dus zelfstandig inhoud kon geven aan dergelijke voorwaarden.

Oordeel
Het gelijk is aan de Belastingdienst. De boeterente is niet aftrekbaar.

Let op: Overeenkomsten tussen de DGA en zijn BV, maar ook de uitvoering ervan, kunnen bij de Belastingdienst op een warme belangstelling rekenen. Uw adviseur kent de grenzen van het fiscale speelveld.